Leren in 3D
Hoe kan het toch dat sommige leerlingen wel veel tijd steken in hun leerwerk, maar toch niet tot voldoende resultaat komen? Negen van de tien keer ligt het dan niet aan de geïnvesteerde tijd, maar aan de manier waarop er gepland en geleerd is.
Automatiseren van de tafels
Vanaf groep 4 worden de tafels van vermenigvuldigen aangeleerd en dat gaat het ene kind beter af dan het andere. Veel kinderen kennen de tafels na verloop van tijd vlot uit hun hoofd en halen hun tafeldiploma, maar sommige kinderen hebben daarvoor wat meer tijd nodig. En in enkele gevallen kost het serieus moeite om de tafels te leren. Deze kinderen blijven in hun hoofd de tafel opzeggen tot ze bij het juiste antwoord zijn aangekomen. Andere kinderen tellen verder of terug vanaf een som die ze al wel kennen. Niks mis mee in het begin, maar wel een tijdelijke oplossing, een tussenstap. Als een kind dit te lang blijft doen en dus niet automatiseert, als het echt niet lukt om de tafels te leren, dan gebruiken deze leerlingen een tafelkaart om de antwoorden op te zoeken. Die tafelkaart is dan eigenlijk hun extern geheugen en zorgt ervoor dat ze na het opzoeken van het antwoord verder kunnen met het maken van berekeningen waar ze dat antwoord bij nodig hebben. Dat is voor dat moment wel even fijn, maar uiteindelijk is het niet de oplossing. Het probleem ligt hier bij het moeilijk of niet kunnen automatiseren.
Waarom lukt het nou niet?
Wanneer het automatiseren van de tafels maar niet wil lukken is dat vaak niet het enige wat lastig gaat. Om de tafels te leren beheersen wordt er een beroep gedaan op de aandachtfuncties en de geheugenfuncties. Vooral gerichte aandacht is belangrijk en het werkgeheugen. Deze twee functies zien we vaak terug wanneer er sprake is van leerproblemen of leerstoornissen. We zien dan ook vaak dat kinderen met bijvoorbeeld dyslexie of aandachtproblematiek ook moeite hebben met het leren en automatiseren van de tafels.
Wat ook een rol kan spelen bij het niet goed kunnen automatiseren van de tafels is een niet volledig ontwikkelde basis van rekenvaardigheden in de fase ervoor. Om tafels goed te kunnen uitrekenen moet je kunnen splitsen, halveren en verdubbelen. Ook moet een kind vlot kunnen optellen en aftrekken. Wanneer een kind dat nog niet kan heeft het aanleren van de tafels weinig zin, dan zal eerst de basis moeten worden versterkt.
Wat nu?
Het beheersen van de tafels heeft een kind nodig voor de fase die daarna komt, namelijk het rekenen met breuken, procenten, verhoudingstabellen enzovoort. Een kind dat de tafels nog niet beheerst in deze fase een tafelkaart laten gebruiken kan handig zijn, maar daarmee is het probleem dus nog niet opgelost!
Om die reden kijken we, wanneer er een leerling bij Obalo komt met de automatiseringsvraag bij het leren van de tafels, altijd verder. Hoe zit het met de rekenbasis en met de basisvoorwaarden, zoals aandacht en werkgeheugen? Kan het zijn dat er meer aan de hand is? We doen tijdens de begeleiding naast het versterken van de rekenvaardigheden ook vaak spelletjes om de voorwaarden te versterken. Daarnaast hebben we enkele breintrainingsprogramma’s die we op maat aanbieden. Deze breintrainingsprogramma’s zetten we al een paar jaar met veel enthousiasme in, omdat we zien dat het werkt! Bijvoorbeeld om eventuele blokkades op te heffen, het (werk) geheugen te versterken of om het brein ontvankelijker te maken, waardoor leerlingen sneller verbanden kunnen leggen en informatie gemakkelijker kunnen opslaan en terughalen.
blog van Agnes Eisses
PS: heeft je kind hier hulp bij nodig? Maak dan gewoon even een afspraak voor een gratis en vrijblijvend adviesgesprek. Klik hier voor meer informatie.