Breinverhalen

Ik geloof het bijna niet, maar het is echt meer dan tweeëntwintig jaar geleden dat de eerste leerling bij mij, Elvira, bij Obalo binnenliep. Sinds die eerste leerling heb ik honderden leerlingen begeleiding gegeven, bij de dingen waar ze op school moeite mee hadden. Al die ervaringen zijn in mijn hoofd verhalen geworden. Verhalen over kinderen en jongeren met hun bijzondere breinen. Breinverhalen dus. En die deel ik graag met je. Veel leesplezier!

Elvira Pont

breinverhalen devider

Sommige breinen zijn extra bijzonder. Zoals die van "Mees". Een jongen die zichzelf overschat. Volgens zijn moeder en zijn meester dan.

Hij mag een vervoersmiddel kiezen om de komende tijd aan te gaan werken. Lastig om te kiezen, vindt hij en hij wil er de komende week even over nadenken. Prima natuurlijk. De volgende les vertelt hij dat hij éígenlijk het liefst een amfibievoertuig wilde kiezen, maar in overleg met zijn moeder gaat hij toch voor de tractor. 

Mees (natuurlijk niet zijn echte naam) zit in groep 7. Behalve bij lezen doet hij het op school prima: hij heeft voor alles zevens op zijn rapport en voor rekenen zelfs een negen. Technisch lezen is net wat minder; hij heeft AVI E6 nét gehaald. Zonder fouten, dat wel. En begrijpend lezen vindt hij echt heel lastig.Hij houdt eigenlijk best van lezen en hij leest ook uit zichzelf. Zijn moeder haalt boeken voor hem uit de bieb en die vindt hij vaak wel leuk. Hij wil eigenlijk wel wat "moeilijkere" boeken lezen, maar hij mag van school niet hoger dan AVI M7 lezen."Goh'" zeg ik, "als je liever het amfibievoertuig wilt kiezen, waarom doe je dat dan niet?"

"Mijn moeder denkt dat dat te moeilijk is," antwoordt Mees. "Ze had een paar boeken gevonden over veschillende voertuigen, maar die letters waren klein en er stonden veel moeilijke woorden in."Ik loop even naar zijn moeder, die op hem wacht tot Mees klaar is met de les en vraag haar of het klopt wat Mees aan mij vertelde."Klopt!" zegt ze. "Weet je, hij overschat zichzelf altijd met het lezen. Hij wil boeken lezen die veel te moeilijk zijn voor hem. Dat mag niet van zijn meester. En ik wil vooral dat hij niet gefrustreerd raakt door te moeilijke boeken."Ik zeg dat ik dat wel begrijp, maar dat ik er toch net iets anders tegenaan kijk. En ik vraag of ze het goed vindt dat we tóch bezig gaan met de amfibievoertuigen. Ik beloof haar dat het Mees niet zal gaan frustreren.Natuurlijk vindt de moeder het goed en Mees en ik gaan aan de slag.

Ik zie een super enthousiaste jongen, die leest over zeswielaandrijving, over stoomkracht en laadvermogen, over de Terrapin, prototypes en de relatie met kikkers."Weet je dat het eerste amfibievoertuig al in 1805 is bedacht? Een man maakte wielen onder zijn stoomboot, haha!" Mees leest, begrijpt, verbindt en geniet. Geen frustratie te bekennen. En zéker geen kind dat zichzelf heeft overschat. Ik zie wél een kind dat onderschat werd door zijn meester en door zijn moeder. Een kind dat in zijn hoofd veel beter kan lezen dan hardop.

Samen kwamen we erachter dat hij teksten echt prima begrijpt, maar dat hij de vragen niet nauwkeurig genoeg leest. Het probleem zit bij hem dus helemaal niet in het begrijpend lezen, in tegendeel.

We zijn samen bezig gegaan met het echt lezen van de vragen: hoe hij kon controleren of hij de vraag goed snapte en hoe hij het antwoord kon vinden.

Mees was bij elke tekst eigenlijk vooral bezig met zijn eigen leesdoel: het opslurpen van informatie. Dat is natuurlijk fantastisch, want uiteindelijk is dat wat we willen bereiken met het lezen! Maar als er vragen gesteld worden over een tekst, zoals in de begrijpend leesles of in een toets, dan is het doel op dat moment toch net iets anders, namelijk: het goed kunnen beantwoorden van vragen. En omdat hij dat in zijn schoolse leven nog heel vaak zal moeten kunnen, is het wel de moeite waard om dit goed aan te pakken.

Daarom zijn we het controleren vooral op die situaties gaan oefenen. We hebben vragen bij teksten gelezen, gevisualiseerd, geanalyseerd en beantwoord. We hebben zelf vragen verzonnen bij teksten en antwoorden geformuleerd.Ik heb school en moeder geadviseerd hem zelf boeken te laten kiezen die hij wil lezen, en daar het AVI niveau geen rol in te laten spelen.

Mees ging hard vooruit en liet trots zijn rapportcijfer voor begrijpend lezen zien. Zijn zeven=en-een-half stond prachtig tussen de andere cijfers.

breinverhalen devider

Sommige breinen zijn extra bijzonder. Zoals die van de jongen waarover ik je vandaag wil vertellen. Bijzonder, maar niet helemaal uniek. Een jongen met grote motivatieproblemen, die zich alleen ergens toe kan zetten als hij van binnenuit gemotiveerd is. Als hij het zélf nuttig vindt of superleuk. En anders ligt hij liever in bed, niks te doen.

De jongen vergeet ook veel. Hij vergeet huiswerk te maken of dat ene boek mee te nemen. Hij denkt niet altijd aan afspraken (behalve die met zijn vrienden) en komt vaak te laat. 
"Ongeïnteresseerd!", want hij gaapt vaak in de les. "Ga toch eens wat eerder naar bed!"
"Ongemotiveerd!", want hij was te laat begonnen met het leren voor die toets. 
"Chaotisch en slordig", want hij was een hoofdletter vergeten bij het overschrijven van aantekeningen van het bord. 
"Ongeconcentreerd!" Hee ja, dát klopt inderdaad wel. 

De jongen zit moedeloos bij mij aan tafel. "Ben je ongeïnteresseerd, ongemotiveerd, chaotisch en slordig?" vraag ik. "Ja, dat denk ik wel," zegt de jongen. "Ik hoor dat al mijn hele leven, dus het zal wel kloppen."

Hoeveel jongeren zullen gemotiveerd raken door al deze beschuldigingen en dit onbegrip? Ik verwacht dat het er vrij weinig zijn. Ik zou het niet motiverend vinden en ik zou zéker niet harder werken als ik steeds maar hoor wat ik niet goed doe, terwijl ik daar geen invloed op heb. En een puber vindt dat zeker niet. 

De jongen heeft ADD, had ik je dat al verteld?

De jongen hoort deze opmerkingen over hem op dagelijkse basis. oftewel: "jij moet jezelf motiveren, jij moet maar zorgen dat je meer geïnteresseerd bent en minder chaotisch en slordig".
Dus wat een opluchting is het als ik hem vertel dat ik hem snap. Dat het bij hem hoort en dat we samen naar oplossingen gaan zoeken. Dat ik zijn ouders en leraren ga uitleggen hoe het in elkaar zit in zijn hoofd. Eindelijk iemand die hem snapt en gelooft.

Met Breinverhalen wil ik je graag vertellen over mijn ervaringen met het brein van kinderen en jongeren. In de afgelopen tweeëntwintig jaar heb ik als Remedial Teacher honderden leerlingen mogen begeleiden, elk met een eigen verhaal en een uniek brein. In deze column deel ik anekdotes, verrassende inzichten en waardevolle lessen met jou, die voortkomen uit mijn werk met mijn leerlingen en hun unieke breinen.

unieke breinen

Van levendige of juist verlegen basisschoolkinderen tot ongemotiveerde of gefrustreerde tieners, van alles heb ik bij mij aan tafel gehad. Aan mij dan de schone taak om te begrijpen waarom er op school iets niet goed gaat, waarom het meer moeite kost om bijvoorbeeld te leren lezen, rekenen, te leren of te plannen. De oorsprong zit altijd in de grijze massa: wat gebeurt er in de hersenen van het kind, waardoor er iets moeizaam verloopt? En om daar vervolgens dan samen met het kind mee aan de slag te gaan.
De diverse manieren waarop kinderen leren, groeien en de wereld om zich heen begrijpen maakt geen dag, geen les hetzelfde. En daarom ben ik nog geen dag met tegenzin aan het werk gegaan.

breinverhalen

In de breinverhalen vertel ik jou – moeder, vader, leerkracht of collega – over deze belevenissen met de kinderen en jongeren. Ik hoop dat je ze leuk vindt om te lezen! Natuurlijk ben ik benieuwd naar je reactie, dus laat gerust aan me weten wat je ervan vindt. Veel plezier met lezen!

De verhalen zijn echte ervaringen van mij, gebaseerd op echte leerlingen. Omwille van de privacy en de leesbaarheid zijn de namen gefingeerd en zijn soms verschillende ervaringen samengevoegd tot één verhaal. Herken je jezelf of je kind erin, en vind je dat vervelend? Laat het mij dan zo snel mogelijk weten.


>