Tijdens mijn rijlessen, ruim 30 jaar geleden, hoorde ik het woord anticiperen voor het eerst. Daar kwam het woord anti in voor, dus het was vast iets wat je tegen moest houden…
Eigenlijk was die eerste gedachte zo gek nog niet, want doordat je je goed voorbereidt kun je tegenslag voorkomen. Het was dus eigenlijk niet tégen, maar juist heel erg vóór… Volgt u het nog?

Volgens het woordenboek op mijn laptop is anticiperen: iets tijdig voorzien, vooraf rekening houden met wat er kan gebeuren, op voorhand inspelen op, verwachten, vooruitkijken, vooruitlopen op, vooruitzien, voorkomen….. dat is gelukkig meer voor, dan tegen.

In de maand juni focussen wij ons bij Obalo op het vooruitkijken. We kijken over de zomer heen alvast naar een heel nieuw schooljaar, waarin we hopelijk weer veel pubers mogen helpen. Dat helpen is vaak ook een kwestie van leren vooruitkijken. Vooruitkijken is niet echt de belevingswereld van pubers, ze kunnen het ook niet goed. Hun brein is op dat gebied gewoon nog onvoldoende gerijpt. Zij hebben daarom hulp nodig bij het anticiperen. Daarvoor heb je een agenda. Het correct invullen van die agenda en naar aanleiding daarvan het maken van een goede planning is de ultieme vorm van anticiperen voor pubers. Met de laatste toets week van het jaar voor de deur is het niet onbelangrijk dus, dat je goed kunt anticiperen.

Intussen anticipeer ik alvast op mijn eigen vakantie in augustus. Het zomerhuisje is alvast gereserveerd!