Jip* zit voor mij en leest hardop een tekstje aan mij voor. Het gaat over een walvishaai en een zeeolifant, maar terwijl Jip leest vraag ik me af of hij dat wel weet. Jip leest zeer langzaam, struikelt over woorden, slaat punten over en eigenlijk maakt hij er maar wat van. Straks komen er ook nog vragen over de tekst, maar hij kan die waarschijnlijk met geen mogelijkheid goed beantwoorden. Zou je bijna denken…
Jip mag eerst het verhaaltje in zijn eigen woorden terugvertellen. Hûh? Hij vertelt precies terug wat er het tekstje staat, hoe kan dát nou? En hij beantwoordt de vragen – op één na – allemaal goed!
Vlot lezen en leesbegrip
Er is een hardnekkige mythe dat hardop vlot kunnen lezen een belangrijk verband heeft met leesbegrip: Als kinderen beter zijn in technisch lezen (de AVI-toets) gaan ze een tekst ook beter begrijpen. En ik trapte daar ook bijna in. Het is geen wonder: je kunt je bijna niet voorstellen dat er in het hoofd van een kind iets anders plaatsvindt dan wat je hoort als hij hardop leest.
De relatie tussen vlot hardop kunnen lezen en leesbegrip bestaat wel: als een kind geen woord kan decoderen, dan kan hij ook niet begrijpen wat er staat. In het aanvankelijk leesproces, zeg maar groep 3 en 4, is het verband dan ook vrij groot. Maar daarna neemt de correlatie af en dat lijkt vooral te maken te hebben met de manier waarop we in Nederland het technisch lezen toetsen: hardop en we meten vooral het tempo. En er zijn best veel kinderen die langzaam lezen, maar prima begrijpen wat ze lezen. En andersom.
In de eerste plaats struikelen kinderen – in mijn ervaring – bij het hardop lezen over langere woorden die ze inhoudelijk niet kennen, maar vooral over de kleine woorden zoals de en het. Die laatste zijn absoluut niet nodig voor het begrijpen van een tekst. En langere woorden die je niet kent kun je, als je de tijd hebt, normaal gesproken opzoeken. Of even laten voorzeggen.
En in de tweede plaats is het hardop lezen voor een heel aantal kinderen veel lastiger dan stillezen. Ik heb daar nog geen onderzoek over kunnen vinden, maar ik zie in mijn praktijk echt veel kinderen die vooral moeite hebben met het verklanken van woorden en zinnen, terwijl het ze stil lezend veel beter lukt. Voor deze kinderen is het hardop lezen eigenlijk een extra denkactiviteit, die ze afleidt van de inhoud van de tekst.
Net als het voor sommige kinderen een crime is om mee te lezen met de tekst terwijl deze wordt voorgelezen door de leerkracht. Natuurlijk hebben andere kinderen daar steun aan bij het lezen, maar er is ook een categorie kinderen die dat juist erg storend vindt.
Gewone taal
Het nadeel van deze mythe is, dat leesbegripsteksten vaak worden aangepast voor bepaalde leeftijden en leesniveaus. Hierdoor wordt de taal veel minder natuurlijk (denk maar eens aan de kromme zinnetjes in de leesboekjes van groep 3!) en komen de kinderen veel minder in aanraking met lange, mooie, talige zinnen en met moeilijke woorden.
Ik pleit voor begrijpend lezen met gewone boeken en tijdschriften. Lekker grasduinen in verschillende soorten boeken en tot de conclusie komen dat het antwoord op jouw vraag over chocola niet staat in Sjakie en de chocoladefabriek. Maar wel op internet in dat best lastige stuk op de site van Tony’s Chocolonely. Of in een informatieboek. En misschien wordt begrijpend lezen dan ook ineens een stuk leuker.
Over Jip maak ik me geen zorgen. Zijn AVI niveau mag dan laag zijn, hij begrijpt prima wat hij leest.
Ben je professional in het onderwijs (orthopedagoog/Remedial Teacher) of logopedist en wil je meer weten over SMART begrijpend lezen, klik dan even hier: cursus SMART begrijpend lezen door Mariëlle Gerrits en Elvira Pont bij Lerend Brein
*Jip is een gefingeerde naam.